Hoe fijn is het, dat we in Nederland kunnen genieten van vier seizoen? Ieder seizoen geeft de tuin zijn eigen charme. Kleuren, geuren, licht, steeds verandert het spectrum. De tuin is iedere keer anders. Nu ervaren we de wintertuin.
In de lente wordt alles wakker, het grauwe winterdek wordt afgeschud. Met de eerste zonnestralen komen de voorjaarsbolletjes, het groen en de vrolijke frisse kleuren. Alles ontluikt. Dan komt de zomer. De bolletjes trekken zich terug, het frisse groen maakt plaats voor volwassen blad en warme tinten. Alles bloeit, groeit, geurt, zindert. De tuin is vol leven. Langzaam komt dan de herfst de tuin ingeslopen. Groen wordt rood wordt geel. Een massa aan planten verandert stap voor stap in een verfijnde structuur van bruin, zwart en grijs, gehuld in het warme licht van de ondergaande zon. Winter... verstild licht. Het leven verstopt onder een deken van afgevallen blad en sneeuw.
Winterkleur
Op het eerste gezicht lijkt alles grauw en afgestorven. Maar wie verder kijkt, ziet dat er in de winter veel moois te zien is in de tuin. Alleen moet je er soms je best voor doen. In een eerder bericht heb ik al verteld over winterbloeiende planten (zie: Winterbloeiers). Nu stel ik graag een paar andere winterschoonheden met winterkleur aan je voor.
Takken en stammen
Kijk eens naar de takken van de Kornoelje (Cornus). Zodra de blaadjes beginnen te vallen, zie je ineens takken in allerlei kleuren. Rode, gele, lichtgroene, oranje of gevlamde takken. De hele winter geven ze kleur aan (landschappelijke) tuinen. Om die gekleurde takken echt mooi te houden, moet je ze wel ieder jaar aan het einde van de winter snoeien. Net als bij een knotwilg of bolcatalpa. Want alleen de jonge takken geven die mooie kleuren. Een greep uit het aanbod: de meest rode takken komen van de Cornus alba ‘Sibirica’. Gifgroene takken geeft de Cornus sericea ‘Flaviramea. In een vlammende border mag de Cornus sanguinea ‘Midwinter Fire’ niet ontbreken. Ga maar eens kijken bij de kweker: je zult verrast worden door de hoeveelheid verschillende cultivars en kleuren.
Ook geweldige takken geven sommige Japanse esdoorns. De Acer palmatum ‘Sangokaku’ is een bekende cultivar met knalrode takken in de winter. En zo geeft de Acer palmatum ‘Bi Hoo’ de wintertuin een warm geel accent. En wat dacht je van de afschilferende kaneelkleurige bast van de Acer griseum of de papieresdoorn? Daar blijf je naar kijken. Kwekerij Esveld in Boskoop heeft een geweldig assortiment Japanse esdoorns!
Nog meer mooie stammen? De glimmend rode strepen van bijvoorbeeld de sierkers (Prunus serrula), de witte/zwarte strepen van de berken of de geel/rode takken van de schietwilg (Salix alba ’Chermesina’) maken de wintertuin toch een stuk interessanter.
Bessen
Neem bijvoorbeeld de paarsebesjesplant (Callicarpa). Met z’n trossen paarse bessen trekt hij de aandacht van iedereen die langs komt. De rest van het jaar is het eigenlijk een beetje onopvallende struik. En zo kun je hem dus ook toepassen. Plaats de Callicarpa een beetje achterin een border, zodat hij als groene achtergrond kan dienen voor zomer- en herfstbloeiers. Als de vaste planten zijn uitgebloeid, komen ineens de paarse besjes te voorschijn. Een voordeel voor ons: de vogels zijn niet heel dol op de bittere besjes, dus beginnen ze er pas aan als er echt niks anders meer te vinden is. De meest bekende cultivar is Callicarpa bodinieri ‘Profusion’. Maar er worden ook variëteiten gekweekt die net iets anders zijn. Zoals de Callicarpa dichotoma met lilakleurige bessen in wat lossere trosjes. Of de Callicarpa japonica ‘Leucocarpa’ met witte besjes.
De sierappeltjes van bijvoorbeeld Malus ’Evereste’ of Malus ’Red Sentinel’ hangen tot ver in de winter nog in de bomen. Als je er binnen ook nog van wilt genieten: ze fleuren menig kerststukje op!
Nog zo’n prachtexemplaar die de vogels niet lekker vinden: de Gelderse roos. Deze struik is het hele jaar prachten. Bloesem in het voorjaar, herfstkleuren en als toetje in de winter allemaal trosjes rode bessen. Ook deze besjes gaan de vogels pas eten als al het andere lekkers echt op is.
De structuur van planten
Maar er is nog meer te zien in de winter. Ook veel vaste planten en siergrassen geven met hun uitgebloeide takken vorm en structuur aan de tuin. Vroeger snoeide men in de herfst alle uitgebloeide planten kort af (de ’herfstbeurt’). Gelukkig doet bijna niemand dat meer. Lekker laten staan! Want het is niet alleen heel goed voor de bodem en beestjes. Het staat ook nog eens fantastisch. Zeker met een laagje rijp of sneeuw erop. Dan geven die resten van takken, uitgebloeide bloemen en grassen een heel nieuwe dimensie aan je tuin.
Stel je toch eens voor dat je al dit schoons moet missen en de hele winter naar een kale zwarte vlakte moet kijken?
Kun je hulp gebruiken bij het maken van een beplantingsplan met winterbloeiers? Onze tuinontwerpers helpen je graag!
Auteur en foto’s : Marrion Hoogenboom (Groenerwaard)