Er broeden tientallen vogelsoorten in onze steden, waaronder zelfs een aantal bijzondere. In Krimpen aan den IJssel broeden bijvoorbeeld de bosuil, de ransuil, de gierzwaluw en, sinds 2016, de spectaculaire slechtvalk. Toch gaan soorten en aantallen achteruit door te weinig leefruimte. Met simpele aanpassingen zijn tuinen, openbaar groen en gebouwen geschikt te maken voor tal van soorten stadsvogels en vleermuizen.
Hoe maak je het voor de stadsvogels en vleermuizen aantrekkelijk vlak bij huis?
Tip 1: zorg voor goede beplanting waar vogels van kunnen eten. Direct bijvoorbeeld met bessen en zaadjes bv klimop, krentenboom, lijsterbes of indirect bijv. waar luizen en andere insecten op afkomen..
Tip 2: plant een boom en misschien nog beter een conifeer!!!
Een boom biedt nestgelegenheid, voedsel (er leven veel insecten in een boom) uitzicht (voor als het nest een stukje verder op zit of zingend opzoek naar een partner) en veiligheid.
De laatste jaren zijn er heel wat coniferen tegen de vlakte gegaan en dat terwijl het voor vogels zoals merels, zanglijsters, huismussen, boomkruipers, mezen en boomklevers een hele goede schuilplaats biedt. Ik pleit voor de comeback van de conifeer!
Tip 3: zorg voor beplanting waar vogels in kunnen schuilen en broeden.
Struiken met doorns zijn favoriet. Bijvoorbeeld duindoorn, meidoorn, vuurdoorn.
Tip 4: minder muggen door vleermuizen! Vleermuizen leven van allerlei soorten insecten en kevers. Gevarieerde beplanting levert verschillende soorten insecten op en dus ook verschillende vleermuissoorten. Een vijver trekt nog meer insecten aan en dus ook vleermuizen. Plaats een speciale vleermuiskast.
Tip 5: nestgelegenheid in je huis of andere gebouwen. Het enige slechtvalkenbroedpaar in de Krimpenerwaard zit op een hoog fabriekspand en de schaarse zwarte roodstaart broedt voornamelijk op oude fabrieksterreinen. Deze voorbeelden illustreren dat ook ogenschijnlijk onaantrekkelijke bebouwing juist goed kan samengaan met bijzondere natuur.
Ga je je eigen huis renoveren of wil het vogelvriendelijker maken metsel dan speciale stenen in met nestgelegenheid!
Tip 6: ruim de tuin niet teveel op. We zijn met z’n allen veel te netjes geworden! Ruim in de herfst niet het afstervende loof op maar laat de tuin lekker afsterven en met rust. Vogels vinden nog veel voedsel en in het voorjaar nestmateriaal tussen en van de planten. Knip de resten van vaste planten en siergrassen in kleine stukjes en strooi ze uit over de border, eventueel wat compost erbij: mulchen noemen we dat. Eigenlijk composteer je in de border. Een rommelhoekje met brandnetels is prima! Ook voor de vlinders. Dode stukken hout lekker laten liggen daar komen beestjes op af en is een gedekte tafel voor de vogels.
Nog een heel groot voordeel: tuinieren is zo veel werk helemaal niet!
Heb je hulp nodig om je tuin vogel en vleermuisvriendelijker te maken? Vraag het één van onze deskundige tuinontwerpers!
© Auteur: Jacqueline Veltman Projecten in het groen
Foto’s: NVWK (Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard)